Expert in paarden- en mensengedrag
De eerste van de 5 factoren die van jouw buitenrit of wandeling een feestje of een flop maken
[Inleidende artikel gemist? Lees het hier.]
Iedereen begrijpt dat als je een huis wilt bouwen, het niet zo handig is om dat op drijfzand te doen. Toch lijken we dat bij onze eigen basis en die van onze paarden nog weleens te vergeten. Als die basis niet in orde is, betekent dat bij buitenritten dat je al met 1-0 achterstaat voordat je het erf af bent. En dat is natuurlijk hartstikke jammer. Een heleboel buitenrijproblemen zijn dan ook te voorkomen door ervoor te zorgen dat die basis zo goed mogelijk is. In dit deel van de artikelreeks over ontspannen buitenrijden en wandelen ga ik in op de verschillende punten waar die basis uit bestaat en hoe je hem steviger kunt maken.
Als je paard om wat voor reden dan ook mentaal of fysiek niet lekker in zijn vel zit, dan zorgt dat voor spanning. Hoeveel spanning dat is hangt af van de vraag of het om iets gaat dat een grote of een kleine impact op hem heeft en in hoeverre het continu speelt of korte tijd. Hoe dan ook zal elke hoeveelheid spanning ervoor zorgen dat er al een laagje in zijn spanningsemmertje zit. Met andere woorden, nog voordat jullie het erf af zijn, is je paard al gespannen. Gaat het om een flinke laag, dan kan je je voorstellen dat er weinig nodig is om zijn emmertje te doen overlopen. Dat betekent dat het belangrijk is om ervoor te zorgen dat het basis spanningsniveau van je paard zo laag mogelijk is.
Een aantal punten zitten al ingebakken in je paard als hij geboren wordt, zoals zijn ras, bouw, afkomst, epigenetica en karakter. Verder zal hij in de loop van de jaren allerlei positieve en negatieve ervaringen verzamelen in zijn ‘rugzakje’. Zoals ervaringen uit zijn jeugd, bij vorige eigenaren, trauma’s, trainingsmethodes en aangeleerd gedrag. Dit zijn allemaal dingen die bij kunnen dragen aan zowel het basis spanningsniveau van je paard, als aan hoe hij omgaat met spannende situaties.
Een van de belangrijkste punten die de hoeveelheid spanning die je paard heeft beïnvloedt, is het welzijn van je paard. Ofwel in hoeverre je tegemoet komt aan zijn natuurlijke behoeften. Van nature hebben paarden een aantal dingen echt absoluut nodig. Voldoe je daar niet aan, dan zorgt dat voor spanning bij je paard. Hierbij gaat het om de volgende dingen:
1. Ruwvoer
Je paard is gemaakt om ruwvoer te eten en te verteren. (Vitamine)brokjes, muesli en supplementen gebruik je enkel om de stoffen aan te vullen die niet in hooi zitten, of om aan de speciale behoeften van je paard te voldoen. Dit laatste is het geval als je paard intensief getraind wordt voor de sport, hij een senior of veulen is, hij herstellende is van een ziekte, blessure of ondervoeding, of ze een drachtige of zogende merrie is.
De maag van je paard is erop ingesteld om continu ruwvoer te verwerken. Krijgt hijte weinig ruwvoer, dan wordt de maag te zuur en ontstaan er maagzweren. Lees hier meer over het eten van ruwvoer.
In het wild eet een paard zo’n 50-60% van de tijd. 20% van de tijd staan ze te dommelen met hun haremgenoten, 10% van de tijd liggen ze en 10% van de tijd doen ze andere dingen, zoals elkaar verzorgen, van A naar B trekken of zorgen voor nageslacht. Staat een tam paard in een box of paddock met drie maaltijden per dag en verder zonder toegang tot hooi, dan eet hij 15% van de tijd en staat hij 65% maar een beetje te staan. Hij heeft echter wel dezelfde behoefte om te eten als een wild paard en dus kan het zijn dat hij een andere manier zoekt om daaraan te voldoen, zoals luchtzuigen, kribbebijten, houtknagen, met de tong spelen, overmatig aan dingen likken en met de tanden aan de tralies bijten of erlangs schuren (over luchtzuigen vind je hier meer informatie).
2. Relatie
Wilde paarden leven in groepen en die behoefte aan sociaal contact hebben onze tamme paarden nog steeds. Net als bij mensen klikt het tussen sommige paarden wel en tussen andere niet. Daarnaast heeft het ene paard een grotere behoefte aan fysiek contact (“mutual grooming” - over dat onderwerp lees je hier meer) dan het andere. Een paard dat geen of onvoldoende contact kan hebben met andere paarden, zal daar stress van krijgen.
3. Ruimte om vrij te bewegen
Paarden zijn dieren die in het wild elke dag aanzienlijke afstanden afleggen om te eten en te drinken. Krijgen ze niet de mogelijkheid om vrij te bewegen, dan kunnen ze een andere uitlaatklep zoeken voor de energie die ze kwijt moeten. Natuurlijk is het ene paard beweeglijker dan het andere, maar allemaal zullen ze na kortere of langere tijd tegen de muren opklimmen als ze veel op stal staan of in kleine paddocks of weitjes waar ze hun benen onvoldoende in kunnen strekken. Dit kan leiden tot stalondeugden zoals boxlopen, weven, en langdurig schrapen met de hoef.
4. Ruimte om te (ont)wijken
Ook al hebben paarden van nature behoefte aan sociaal contact met andere paarden, ze hebben ook ruimte nodig om elkaar zonodig even te ontwijken. Zeker in Nederland met zijn relatief kleine weides en paddocks is het voor niet alle paarden mogelijk om voldoende afstand te nemen als ze in een groep staan met een paard waarmee het niet klikt. Ook paarden die in een box staan naast een buurman of -vrouw die ze niet mogen, kunnen daar veel spanning door krijgen, vooral rond etenstijd.
5. Rust
Net als elk dier heeft een paard voldoende rust nodig. Paarden kunnen staand slapen om te rusten en dat doen ze gemiddeld zo’n 5 tot 7 uur per dag. Ze hebben daarnaast echter minimaal een half uur per dag aan REM-slaap nodig, ofwel plat liggend op de grond. Zo niet, dan raken ze op den duur uitgeput. Lees meer over REM-slaap hier.
6. Water
Elk mens en elk dier heeft water nodig om te overleven. Paarden drinken gemiddeld zo’n 18 tot 21 liter water per dag; op warme dagen zelfs tot zo’n 50 liter (lees hier meer over waarom paarden zoveel drinken). Heeft je paard onvoldoende toegang tot drinkwater, dan zal dat stress opleveren. Daarnaast kan hij slechter gaan presteren, last krijgen van een verminderde voeropname, uitdrogingsverschijnselen gaan vertonen en zelfs doodgaan.
7. Beschutting
Het fijnste is het voor je paard als hij zelf kan kiezen of hij wel of niet in een schuilstal, onder een afdak of achter een windscherm gaat staan. Hoeveel last hij heeft van zon, wind, neerslag, insecten of kou verschilt per paard en is sowieso compleet anders dan hoe wij het ervaren. Vandaar dat hij het beste zelf kan bepalen waar hij wil zijn. Het is wel belangrijk om ervoor te zorgen dat je paard zich ook veilig voelt in, onder of achter de beschutting, dus zorg er het liefste voor dat je paard zich niet opgesloten of in een hoekje gedreven kan voelen en dat er in een schuilstal een brede in- en uitgang zit als er meerdere paarden gebruik van maken.
8. Uitdaging
Tijdens de coachende trainingen die ik geef merk ik dat paarden echt significant meer zelfvertrouwen en een hogere mentale weerbaarheid krijgen als ze regelmatig mentaal en fysiek worden uitgedaagd. En dat is niet zo vreemd: ze zijn gemaakt om problemen op te lossen, want anders zouden ze in de natuur niet al eeuwen kunnen overleven. Maar wat doen wij? Als een stelletje bezorgde ouders denken we veel teveel na voor onze geliefde vierbeners. En dat terwijl ze in de volledig vlakke weides waar de meeste paarden in staan, waarvan 99% van de begroeiing uit hetzelfde gras bestaat, toch al weinig denk-, ontdekkings- en onderzoekswerk hoeven te verrichten. Kijk dus of je je paard een interessantere omgeving kunt aanbieden terwijl jij niet bij hem bent. En zorg voor keuzevrijheid, verrijking, hersenwerk en een afwisselend trainingsprogramma. Zo help je je paard om beter in balans te komen - in zijn koppie en in zijn lijf.
Voldoe je aan de natuurlijke behoeften van je paard, dan zal hij zich beter in zijn vel voelen en daarvan dus ook nauwelijks of geen laag in zijn spanningsemmertje hebben voordat jullie het erf verlaten.
De situatie waarin we zaten tijdens de Corona-crisis gaf ons een goed inzicht in hoe sommige paarden zich moeten voelen als ze hun sociale contacten niet “in het echt” kunnen onderhouden en daarnaast binnenshuis weinig ruimte hebben om vrij te bewegen en elkaar te ontwijken. Je ziet nu al dat sommige mensen hier echt last van hebben en de aangescherpte maatregelen zijn pas een week geleden ingegaan.
Toen de restricties verdwenen gingen de meeste mensen die onvervulde behoeften compenseren. Ze spraken extra veel met hun vrienden en familie af, gingen extra veel uit en extra veel sporten. Alles wat in de tijd daarvoor niet kon en mocht. Paarden vertonen ditzelfde compensatiegedrag. Zo zie je paarden die onvoldoende lang vrij kunnen bewegen vaak exploderen als het dan eindelijk wel kan. En paarden die te weinig ruwvoer krijgen gaan als opgevoerde grasmaaiers eten zodra ze een sprietje groen onder hun neus krijgen.
Kan je om wat voor reden dan ook niet voldoende tegemoetkomen aan de natuurlijke behoeften van je paard, dan zal hij daar spanning door krijgen en compensatiegedrag vertonen zodra hij de kans krijgt om het wel te doen. Is het dus mogelijk om de omstandigheden waaronder je paard gehouden wordt ietsje te verbeteren, dan zal je paard een minder gevulde spanningsemmer hebben als je het erf verlaat.
Nog iets wat een enorm verschil kan maken in de hoeveelheid innerlijke spanning die je paard heeft is zijn voedingstoestand. In Engeland heb je de uitdrukking “Killing them with kindness” en dat is wat veel paardeneigenaren doen bij hun vierbenige lievelingen: ze geven ze teveel en te rijk voer naast het hooi dat de paarden al eten. De meeste paarden in Nederland en Belgie krijgen hooguit een uur per dag intensieve(re) beweging, terwijl ze de rest van de tijd in hun stal, wei of paddock staan.
Dat betekent dat de meeste paarden in Nederland meer energie binnenkrijgen dan ze per dag verbruiken. Resultaat: overgewicht en een hogere reactiviteit, ofwel een hogere gevoeligheid voor wat er om hen heen gebeurt. Daarnaast zijn hun reacties op spannende situaties vaak ook een stuk extremer.
Zorg er dus voor dat het rantsoen van je paard is afgestemd op de activiteiten die jullie doen. Vraag eventueel raad aan een voedingsconsulent voor paarden, want wat voor het weidemaatje van jouw paard misschien prima werkt, kan voor jouw paard precies de verkeerde combinatie zijn.
Ziekte, blessures, een ongebalanceerd gebit of hoeven die eigenlijk al bekapt hadden moeten worden, kunnen voor een kleinere of grotere laag in het spanningsemmertje van je paard zorgen. Ik denk dat we weleens onderschatten hoeveel spanning die factoren kunnen opleveren. Natuurlijk ga je geen buitenrit maken met een paard dat kreupel loopt, maar ook als je paard zich niet helemaal 100% voelt of ergens een klein pijntje heeft zitten, kan hij een stuk heftiger reageren als er plotseling een vogel uit de struiken vliegt. Kijk ook maar naar hoe helder je zelf bent als je je niet lekker voelt of een vouw in je sok hebt zitten - hoe goed kan jij je dan nog concentreren?
Bij de lichamelijke toestand hoort natuurlijk ook de invloed van hormonen. Bij merries en hengsten is die invloed natuurlijk groter dan bij ruinen, vooral in het voorjaar, maar ook ruinen hebben weleens last van lentekriebels. En denk bijvoorbeeld eens aan een merrie die haar veulen achter moet laten om op buitenrit te gaan, of een hengst waarmee je langs een wei met geïnteresseerde merries rijdt. Dit zijn zeker dingen om over na te denken voordat je het bos in gaat.
Paarden kunnen flink last hebben van een te hoge of te lage buitentemperatuur, waarbij ze moeilijker om kunnen gaan met hoge temperaturen dan met lage. Gezonde paarden voelen zich zonder deken normaalgesproken prima tussen de -5 en 20 tot 25 ºC, alhoewel dit afhankelijk is van in hoeverre ze zijn geacclimatiseerd en de staat van hun vacht. De beste prestaties leveren paarden in hun optimale temperatuurgebied, namelijk tussen de 10 en 15 ºC. Heeft je paard last van kou of warmte, dan zal hij daar spanning van krijgen.
De laatste belangrijke factor die bijdraagt aan het basis spanningsniveau van je paard is het harnachement. Een zadel dat niet meer helemaal past doordat je minder of juist meer bent gaan trainen met je paard kan precies op de verkeerde plekken drukken en dus spanning veroorzaken. Hetzelfde geldt voor een hoofdstel dat niet goed is afgesteld, een singel die te hard is of in de oksels van je paard kruipt, een beugel die precies tegen de elleboog van je paard stoot, een mentuig dat ergens schuurt en ga zo maar door. Gebruik je een bit, dan kan dat te smal of te breed zijn, te hard inwerken of een velletje vastklemmen in de mondhoeken van je paard. Allemaal punten die een laagje spanning kunnen toevoegen.
Zorg er dus voor dat de basis van jouw paard niet uit drijfzand bestaat en doe wat je kunt om het basis spanningsniveau van je paard zo laag mogelijk te maken. Op die manier voorkom je een heleboel buitenrijproblemen.
Dit is het tweede deel van de artikelreeks over ontspannen buitenrijden en wandelen met je paard, de voorloper van het boek dat ik aan het schrijven ben over dit onderwerp. Daarin geef ik je heel veel handige tips zodat je ook van jouw buitenrit of wandeling een feestje maakt. Iets voor jou? In 'Inspiratie voor jou en je Very Important Horse(s)' houd ik je op de hoogte van wanneer mijn boek uitkomt. Laat je naam en mailadres hier achter voor deze en andere waardevolle mails.
Hester Stasse, Very Important Horse - Expert in paarden- en mensengedrag
PS: Kan jij hulp gebruiken om van jouw buitenrit een feestje te maken? Maak een afspraak voor een gratis Boost-je-Buitenrit-of-Wandeling-gesprek , dan luister ik naar jouw verhaal en vertel ik je meer over hoe ik jou en je paard ondersteun om weer ontspanning en plezier te vinden samen.
PPS: Regelmatig geef ik online masterclasses over onder andere wat er allemaal komt kijken om ontspannen buitenritten te maken. Daarin geef ik je tips om zelf aan de slag te gaan met je paard en kan je alle vragen stellen die je bezig houden. Kijk even hier om te zien wanneer de volgende is.
Laat je naam en mailadres achter via deze link dan is deze gratis download van jou.