Luchtzuigen en Kribbebijten-2

Deel 2: Over stalmanagement, vroeg en/of abrupt afspenen, stressvolle situaties en waarom sportpaarden vaker luchtzuigers zijn


In het eerste deel van deze Gedragsspecial over Luchtzuigen en Kribbebijten had ik het over hoe het gedrag eruitziet, welke paarden meer risico lopen om dit gedrag te ontwikkelen en hoe het kan ontstaan. Daarnaast heb ik besproken welke fases er te herkennen bij deze stereotypie en wanneer het gedrag nog valt te veranderen. In dit tweede deel ga ik in op welke factoren het gedrag kunnen veroorzaken en waarom sportpaarden vaker luchtzuigers zijn dan recreatiepaarden.


Stalmanagement en natuurlijke behoeften

Het woord “stalondeugd” is nogal misplaatst. Het lijkt op die manier namelijk alsof het paard ervoor kiest om de ondeugd uit te hangen in zijn stal. Terwijl juist die stal en de manier waarop het stal-, trainings- en diermanagement is ingestoken in de meeste gevallen de oorzaak is dat hij het gaat doen. Hoe minder voorspelbaar zijn omgeving of situatie is en hoe minder controle het paard heeft over die omgeving of situatie, des te meer stress dat oplevert. Sommige paarden zullen daardoor naar binnen keren, andere zoeken een uitlaatklep in een stereotypie (het woorde dat in de gedragswetenschap wordt gebruikt in plaats van stalondeugd) als luchtzuigen.

Een paard is een dier dat een aantal natuurlijke behoeften heeft, zoals sociaal contact, vrije beweging, rust en het eten van veel ruwvoer in kleine beetjes verspreid over de dag. Het niet voldoende tegemoetkomen aan de natuurlijke behoeften levert stress op. Is dit langdurig het geval en kan het paard niets doen om de situatie zelf te veranderen (controleerbaarheid), dan gaat hij op zoek naar manieren om die spanning te laten afnemen.

Afhankelijk van de behoefte die paarden het meest hebben kan zich dat uiten in verschillende stereotypieën. Ten eerste zijn dat de orale stereotypieën, waarbij het paard vervanging zoekt voor zijn behoefte om te kauwen, te knabbelen (ook aan elkaar), bijtspelletjes te doen of te zogen. Hieronder vallen luchtzuigen, kribbebijten, houtknagen, met de tong spelen, overmatig aan dingen likken en met de tanden in de tralies bijten of erlangs schuren.

Ten tweede zijn dat de locomotie-stereotypieën, ofwel de stalondeugden waarbij beweging de belangrijkste motivatie is. Dat kan vrije beweging zijn, maar ook de behoefte om naar andere paarden toe te lopen, of van de situatie weg te lopen. Bekende vormen hiervan zijn boxlopen, weven, en langdurig schrapen met de hoef.


Ruwvoer versus krachtvoer

Luchtzuigen zie je vaak extra tijdens het eten en nadat een paard gegeten heeft, vooral bij krachtvoer. In tegenstelling tot bij mensen en bijvoorbeeld honden, komt de speekselproductie bij paarden enkel op gang als ze eten. Eet een paard lange tijd niet, dan dan stijgt de maagzuurspiegel in de maag. Wordt deze niet minder zuur gemaakt doordat een paard ruwvoer eet, dan kan de zuurspiegel zo ver stijgen dat hij het deel van de maag bereikt dat niet beschermd is tegen maagzuur. Het maagzuur kan daar maagzweren veroorzaken.

Extra krachtvoer geven helpt overigens niet. Krachtvoer is zo geconcentreerd dat het juist voor een toename van de zuurgraad in de maag zorgt. Daarbij geef je een minder grote hoeveelheid van dit voer dan dat je ruwvoer geeft en heeft een paard dat vrij snel op, zodat hij minder speeksel hoeft aan te maken. Hierdoor wordt het maagzuur niet voldoende geneutraliseerd en wordt de maag zuurder. Omdat paarden wel de behoefte hebben om te kauwen en het stress geeft als ze dat niet doen, kunnen ze aan hun voerbak en/of box gaan bijten om daaraan tegemoet te komen. Uiteraard komt de stress door de pijn die ze van de maagzweren ondervinden daar nog bovenop.

Zorg er dus vooral voor dat je paard hooguit 4 uur zonder ruwvoer staat om maagzweren te voorkomen en het risico dat hij gaat luchtzuigen zo klein mogelijk te maken. Je kunt de tijd die je paard over een bepaalde hoeveelheid hooi doet verlengen door het in een hooinet te geven. Verder helpt het als hij in zijn box op stro staat in plaats van op vlas of zaagsel, want dan kan hij op het stro knabbelen als het hooi op is.


Eén paard is geen paard

Een paard dat alleen is gehuisvest is en blijft een sociaal dier dat behoefte heeft aan gezelschap. Om mee te kunnen spelen, elkaar te groomen en om ontspannen te kunnen slapen als de ander op wacht staat. Sommige paarden hebben meer behoefte aan gezelschap en lichamelijk contact dan andere, maar de behoefte is er sowieso. Vandaar dat paarden stress kunnen krijgen als ze geen zicht op andere paarden hebben. Voor een aantal paarden is enkel het kunnen zien van andere paarden onvoldoende; dit zijn paarden die echt behoefte hebben aan fysiek contact.


Abrupt of te vroeg afspenen

In de natuur blijven veulens bij hun moeder totdat die laat merken dat ze hen niet meer wil zogen. Dit is meestal rond de tijd dat het volgende veulen op komst is. Op dat moment is een veulen sowieso al veel minder vaak in de buurt van de merrie te vinden dan, omdat hij gras eet en veel optrekt met leeftijdgenoten. Merrie en veulen nemen dus geleidelijk meer afstand.

Veel warm- en volbloedveulens worden afgespeend als ze tussen de 4 en 6 maanden oud zijn. Dit gaat vaak nog op een hele abrupte manier: van het ene op het andere moment wordt het veulen naar een box buiten gehoorafstand van de merrie verplaatst of wordt hij bij een groepje leeftijdgenoten gezet. Op die leeftijd drinkt een veulen nog vaak bij de merrie en dus zal hij de behoefte om te zogen ook hebben als ze plotseling wegvalt. De kans is dan groot dat hij op andere paarden of voorwerpen gaat zuigen en dat kan het begin zijn van luchtzuigen.


Stressvolle situaties

Ook abrupte veranderingen in het stalmanagement, de training of de huisvesting kunnen veel stress opleveren die vooral bij gevoelige paarden tot stereotypieën kunnen leiden. Als een paard bijvoorbeeld van 24/7 op de wei/paddock naar een stal verhuist waar hij vooral in een box staat kan hij daarvan enorm van slag af raken. Zeker als hij daar weinig of geen contact met andere paarden heeft en/of hij te weinig ruwvoer krijgt.

Eenzelfde situatie krijg je als een paard van de ene op de andere dag heel veel en intensief getraind wordt. En er zijn paarden die wegkwijnen als ze na jaren hoog in de sport te hebben gelopen met pensioen gaan, waardoor ze opeens hun dagelijkse trainingsritme kwijt zijn. En ook paarden die op boxrust worden gezet, of vanwege een besmettelijke ziekte in quarantaine moeten, kunnen uit frustratie gaan luchtzuigen. Een meer geleidelijke overgang zou in deze gevallen minder stress veroorzaken, maar dat is helaas niet altijd mogelijk.

Dingen die voor ons de normaalste zaak van de wereld zijn, kunnen bij paarden behoorlijk wat stress veroorzaken. Hierbij gaat het om activiteiten die ze minder leuk vinden en die ze niet kunnen vermijden of beïnvloeden. Zo kunnen sommige paarden behoorlijk van slag af raken als ze worden gepoetst terwijl ze aan twee kanten vastgebonden staan, hun stal wordt uitgemest terwijl ze erin staan, of als ze weggeleid worden bij andere paarden dan wel alleen achterblijven.


Sportpaarden

Zoals ik eerder al noemde, komt luchtzuigen vaker voor bij paarden die hoog in de sport lopen. Dit heeft verschillende oorzaken. Ten eerste staan ze hoog in het bloed door kruisingen met Arabieren en Engelse volbloeden en zijn ze daardoor van nature vaak gevoeliger voor prikkels. Verder worden bijvoorbeeld dressuurpaarden gefokt op (hoog)gevoeligheid zodat ze op de kleinste hulpen kunnen reageren. Dit heeft als nadeel dat ze van nature gevoeliger voor stress zijn.

Bij meer traditioneel werkende fokkers worden sportpaarden als veulen vroeg en abrupt afgespeend. De opleiding van renpaarden en dravers begint meestal al als ze pas een jaar oud zijn, zodat ze op tweejarige leeftijd hun eerste koers kunnen lopen. En een groot deel van de sportpaarden wordt nog steeds op een manier gehouden die ver van de natuurlijke levenswijze van paarden af staat: ze krijgen veel krachtvoer en weinig ruwvoer, hebben weinig of geen contact met andere paarden en staan het grootste deel van de dag op stal. Allemaal punten die een paard veel spanning kunnen opleveren.


Extra risico op luchtzuigen

Samengevat zijn er dus verschillende situaties waarbij het risico extra hoog is dat een paard gaat luchtzuigen:

* Te weinig ruwvoer en te veel krachtvoer;

* Geen stro in de box/stal;

* Geen of bijna geen sociaal contact;

* Te weinig te zien of te doen gedurende de dag;

* Als veulens of (jonge) paarden het grootste deel van de tijd in een box worden gehouden;

* Abrupte verslechtering van de stalomstandigheden;

* Als jonge paarden vanuit de opfok naar een stal gaan waar ze het grootste deel van de dag (alleen) in staan;

* Als veulens zonder moeder opgroeien en daardoor onvoldoende kunnen zogen, of als ze te vroeg worden afgespeend;

* Bewegingsarme geisoleerde stalling wegens ziekte of blessure;

* Te snelle opbouw van de training, bijvoorbeeld vanuit een opfoksituatie (de hele dag doen wat het paard zelf wil) naar elke dag langdurig getraind worden;

* Inzet van te harde (stressvolle) trainingsmethodes.


In het derde en laatste deel van deze Gedragsspecial over Luchtzuigen en Kribbebijten bespreek ik de mythes rond luchtzuigen, de nadelige gevolgen van het gedrag en oplossingen die niet en wel werken.


Hester, Very Important Horse - Meer ontspanning, plezier en vrijheid met paarden


PS: Heb jij een vraag over luchtzuigen of ander gedrag? Laat het me weten , dan vertel ik je er graag meer over. Of ik schrijf er binnenkort een kort artikel over.

PPS: Red, het paard op de foto, zit in Fase 3 van de stereotypie ( zie Deel 1 ) en is een voormalig sportpaard. Hij heeft in Finland in de drafsport gelopen en in die tijd is het gedrag ontstaan. Tegenwoordig leeft hij onder ideale omstandigheden: 24/7 in een groep in een enorme paddock paradise met onbeperkt ruwvoer. Hij zuigt enkel lucht nadat hij heeft gegeten, of als hij het een tijd niet heeft kunnen doen tijdens een buitenrit of training.

Op de hoogte blijven van mijn blogs en artikelen?

Laat dan je naam en mailadres achter via deze link .